
Monument voor Everard t’Serclaes aan de Grote Markt van Brussel van Julien Dillens. Hierin zijn kiekefrettende Brusselaars verwerkt.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kiekefretter#/media/Bestand:Everard_t’Serclaes_01.JPG
De mythe stelt de Brusselaars hun spotnaam ‘kiekenfretters’ in de 14de eeuw verkregen. Aan de oorsprong zou een conflict zijn tussen Johanna, de hertogin van Brabant en Limburg, en de stad Brussel. Johanna wou in 1388 een aantal dorpen die onder toezicht stonden van de Brusselse ambtman (amman genoemd) in pand verlenen aan de heer van Gaasbeek. De staten van Brabant schoten hierdoor echter in verzet, met als felste tegenstander Everard t’Serclaes, een held van de Brabantse successieoorlog en Brussels schepen.
De Brabantse successieoorlog zorgde er mede voor dat Johanna hertogin kon worden, en Everard speelde een belangrijke rol in het herwinnen van de Brabantse eer en hielp Johanna dus gedeeltelijk aan de macht. Everard t’Serclaes werd onderweg naar Brussel helaas overvallen door de bastaardzoon van de ambtman (in Gaasbeek heette dit baljuw) van Gaasbeek. Enkele dagen later stierf hij aan zijn verwondingen, waardoor de Brusselaars het kasteel van Gaasbeek belaagden en het in brand staken en plunderden.
Het proviand van de Brusselaars zou toen grotendeels uit kippen hebben bestaan en de reden zijn van hun bijnaam. Die bijnaam wordt ook vermeld op de beroemde gedenkplaat voor t’Serclaes in de bogengaanderij aan de buitenzijde van De Sterre. Het bronzen bas-reliëf van de hand van Juliaan Dillens (1849-1904) beeldt behalve de stervende t’Serclaes twee taferelen uit ’s mans leven uit alsook het beleg van Gaasbeek door zich met kippenvlees voedende Brusselaars. Het gedenkteken bevindt zich in de Karel Bulsstraat, die vernoemd is naar de Brusselse burgemeester die in 1898 aan de gemeenteraad had voorgesteld om een monument op te richten ter nagedachtenis van t’Serclaes.